Zoekt de 'leden' van een groep. Soms is ook een toelichting van de groep beschikbaar.
Informatie over de groep Woestijnvaders:
De woestijnvaders waren kluizenaars of Heremieten die vanaf de 3e eeuw leefden in de woestijn van Egypte, voornamelijk in de Sketis en Wadi Natroen. Zij worden wel beschouwd als de eerste christelijke heremieten, en dus ook de eerste christelijke monniken. Zij verlieten de antieke steden met hun heidense cultuur om in de woestijn de eenzaamheid op te zoeken.
De eerste christelijke woestijnbewoners ontvluchtten de chaos en de christenvervolgingen van de zogenaamde Crisis van de derde eeuw. De christenen werden in die periode niet zelden als zondebok gebruikt voor de vele problemen in het Romeinse Rijk, wat uiteindelijk uitliep op de meest wrede, uitgebreide en systematische christenvervolging in het rijk, die van Diocletianus. In Egypte vormden zich daarop gemeenschappen van christelijke vluchtelingen aan de randen van de bewoonde wereld, voldoende afgelegen om te ontsnappen aan de keizerlijke razzia's. In 313 werd het christendom in Egypte een legale godsdienst; toch bleven kleine groepjes christenen, meestal jonge mannen, in de woestijn leven. Zij werden daartoe aangetrokken omdat de eenzaamheid en de ontberingen daarvan in hun ogen ideale omstandigheden boden om, ver van het wereldse lawaai en de prikkels van aardse geneugten, zich geheel op God te richten door middel van bidden, vasten en meditatie. Zij volgden zodoende het voorbeeld van Christus, die zich, na zijn doop in de Jordaan, veertig dagen terugtrok in de woestijn om te bidden en te vasten. Ook zagen zij Johannes de Doper, die met enige fantasie als de eerste woestijnmonnik beschouwd zou kunnen worden, als een voorbeeld.
Gedurende de 4e eeuw oefenden de kleine kluizenaarsgemeenschapjes in de woestijnen rond de Egyptische steden een grote aantrekkingskracht uit op godzoekers uit de hele wereld. Naarmate hun leefstijl vastere vormen begon aan te nemen, werden zij meer en meer beschouwd als wijze en heilige geestelijke meesters en leraars. Aanvankelijk volgde iedere kluizenaar een min of meer eigen spiritueel programma. De basis werd vaak ontleend aan de andere monniken, maar toch ontwikkelde eenieder zijn eigen (soms zeer bijzondere) praktijk. Later werd er, onder andere door Antonius van Egypte (Antonius Abt), Pachomius en Evagrius van Pontus een meer gestructureerde benadering van het leven in de woestijn ontwikkeld. Ook werd er een (zeer sobere) vorm van gemeenschapsleven ontwikkeld, voornamelijk voor wat betreft het samen eten en bidden. Hieruit ontwikkelde zich op den duur het gemeenschappelijke kloosterleven (oftewel cenobitische kloosterleven, van het Griekse koino bio, "samen leven"), waaraan vooral Pachomius belangrijk heeft bijgedragen. Veel monniken die een deel van hun leven in de Egyptische woestijn hadden doorgebracht, werden later belangrijke figuren in de Kerk en de samenleving van de vierde en vijfde eeuw. Onder hen zijn bijvoorbeeld Athanasius van Alexandrië, Johannes Chrysostomus en Johannes Cassianus. Door het werk van Johannes Cassianus en Augustinus van Hippo kreeg de spiritualiteit van de woestijnvaders een belangrijke invloed op zowel de Kerk van het westen als de Kerk van het oosten.
Zie de Engelse Wikipedia voor een lange lijst van woestijnvaders.
Personen in de groep Woestijnvaders: